taaltip 8 – hij wilt (of toch zonder t?)

Hij gaat binnenkort op zakenreis maar wilt liever niet vliegen.

Voor veel mensen is het woord ‘wilt’ hierboven correct gebruikt. Sterker nog: heel vaak wordt ‘wilt’ geschreven waar ‘wil’ zou moeten staan. En dat is velen een doorn in het oog. Daarom vandaag een taaltip over het werkwoord willen (op speciaal verzoek).

werkwoorden vervoegen

Bij de meeste werkwoorden krijgt de derde persoon enkelvoud (hij, zij, het, men) de uitgang -t. Je schrijft dus:

  • hij loopt
  • zij gaat
  • het helpt
  • men hoopt

Het zou dan ook logisch zijn wanneer hij/zij/men wilt (met -t) ook correct was. Maar zoals elke regel kent ook deze een aantal uitzonderingen.

uitzonderingen

Bij de werkwoorden zullen, mogen, kunnen en willen is de vorm voor de derde persoon enkelvoud gelijk aan die voor de eerste persoon.

  • ik zal -> hij/zij/het/men zal
  • ik mag -> hij/zij/het/men mag
  • ik kan -> hij/zij/het/men kan

En zo schrijf je dus niet alleen

ik wil

maar ook

HIJ WIL

zonder -t, dus.

infographic

In onderstaande infographic vat ik het nog een keer voor je samen:

taaltip 8

 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.