taaltip 14 – legitimatiebewijs of identiteitsbewijs?

En hij vroeg me om mijn legitimatiebewijs!

Een kennis die me regelmatig op taalfouten wijst, liet me verontwaardigd weten dat een notaris hem om zijn legitimatiebewijs had gevraagd. ‘Dat is fout. Een paspoort, rijbewijs of identiteitskaart noem je een identiteitsbewijs!’ liet hij erop volgen. Op het notariskantoor waar ik werk, gebruik ik het woord legitimatiebewijs dagelijks. Zou ik dan altijd het verkeerde woord gebruikt hebben? Ik besloot onmiddellijk uit te zoeken hoe het precies zit.

Lees verder “taaltip 14 – legitimatiebewijs of identiteitsbewijs?”