Je doet toch mee om te winnen?

Vandaag is de jaarlijkse schrijfwedstrijd van Schrijverspunt van start gegaan. Ook dit jaar ben ik gevraagd zitting te nemen in de jury. Ik verheug me alweer op het lezen (en beoordelen) van de verhalen die schrijvers uit Nederland en Vlaanderen zullen gaan inzenden.

Wie schrijft, wil graag gelezen worden en wie aan een schrijfwedstrijd meedoet, wil graag winnen.  Hoe krijg je dat laatste voor elkaar?

Opbouw

Een verhaal dat rommelig is opgebouwd, onlogische sprongen in de tijd maakt of dat al in de eerste alinea weggeeft waar het om draait, leest niet fijn. Als je na de eerste bladzijden in een boek al precies weet wat er gaat komen, lees je het niet uit. Ik niet, althans. Net als bij het lezen van een boek, wil ik tijdens het verhaal geprikkeld worden, verder móéten lezen omdat ik benieuwd ben hoe het afloopt.

Werkwoordstijden

Ik zat op mijn balkon te schrijven. Plotseling gaat er een vlinder voor mijn neus zitten.

Schrijf ik mijn verhaal in de tegenwoordige, of in de verleden tijd? Veel schrijvers worstelen met die vraag. De ene tijd is niet beter (of slechter) dan de andere, maar houd je consequent aan de gekozen tijd. Zinnen zoals die hierboven botsen met elkaar en vergroten het leesplezier niet.

Taalfouten

Hij licht daar, denk ik.

Ze deed het ligt aan.

Een klein taalfoutje hier en daar wordt je nog wel vergeven, als je verhaal verder goed in elkaar zit. Maar een verhaal dat boordevol fouten staat, heeft per definitie geen kans van slagen. Wees daarom kritisch; twijfel je over de spelling van een bepaald woord, zoek het dan op. Gebruik de spellingcontrole, maar vaar er niet blind op. Zowel ‘licht’ als ‘ligt’ in de twee zinnen hierboven zijn correct gespeld. En toch zijn ze allebei fout …

Tips op een rijtje

In mijn artikel ‘Besparen op redactiekosten‘ vind je tips die ik aan auteurs geef die hun manuscript door mij willen laten redigeren. Die tips zijn ook waardevol voor wie aan een schrijfwedstrijd meedoet. De belangrijkste ervan zet ik hier nog even op een rijtje:

  • Schrijf niet achter elkaar door, maar gun de lezer een ‘adempauze’ door zo nu en dan een witregel te gebruiken (maar vermijd te veel witregels).
  • Zorg voor een logische opbouw en voor voldoende spanning.
  • Let op je werkwoordstijden!
  • Herhaal niet telkens dezelfde woorden.
  • Zorg voor een foutloos verhaal. Kijk het zeer kritisch na en lees het hardop voor (desnoods aan jezelf) voordat je het inzendt.

Winnend verhaal

Hét recept voor een winnend verhaal heb ik niet. In een jury zitten nu eenmaal mensen met ieder een eigen smaak. De ervaring leert dat mijn mede-juryleden en ik het meestal wel eens zijn over welke verhalen de meeste kans maken. En dat zijn zonder uitzondering de inzendingen die nagenoeg foutloos zijn, goed zijn opgebouwd en heerlijk lezen. Doe er je voordeel mee!

(De schrijfwedstrijd ‘De zwarte agenda‘ loopt nog tot 20 juli. Je hebt dus nog zeeën van tijd om de jury te verrassen, verbazen, ontroeren en prikkelen. En om kans te maken op de winst!) 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.